Bijbelverhalen Officiële Website van Stichting Musicalgroep Urk Projectpagina "Rabboeni - over doop, dood en opstanding" https://rabboeni.bijbelverhalen.com/musical/bijbelverhalen 2017-08-25T16:53:48+02:00 Joomla! 1.7 - Open Source Content Management Scene - Jezus bij Pilatus 2012-04-11T15:43:07+02:00 2012-04-11T15:43:07+02:00 https://rabboeni.bijbelverhalen.com/musical/bijbelverhalen/61-scene-jezus-bij-pilatus Klaas Bakker bakkerklaas1988@gmail.com <div class="art-postcontent"> <div class="art-article"> <h2>Bijbelverhaal</h2> <h5>De veroordeling<br />(uit de Bijbel - nieuwe testament - Matteüs 27)</h5> <p><img src="images/stories/rabboeni_7-4-2012_046.jpg" border="0" alt="Jezus bij Pilatus" title="Jezus bij Pilatus" width="300" style="float: left; margin: 6px; border: 2px solid black;" />11 Jezus dan werd voor de stadhouder gesteld. En de stadhouder ondervroeg Hem en zeide: Zijt Gij de Koning der Joden? Jezus zeide: Gij zegt het. 12 En op de beschuldiging, die de overpriesters en oudsten tegen Hem inbrachten, antwoordde Hij niets. 13 Toen zeide Pilatus tot Hem: Hoort Gij niet, hoeveel zij tegen U getuigen? 14 En Hij antwoordde hem op geen enkele vraag, zodat de stadhouder zich zeer verwonderde. 15 Nu was de stadhouder bij elk feest gewoon een gevangene, ter keuze van de schare, los te laten. 16 Zij hadden toen een berucht gevangene, genaamd Barabbas. 17 Daar zij nu toch bijeen waren, zeide Pilatus tot hen: Wie wilt gij, dat ik u zal loslaten, Barabbas of Jezus, die Christus genoemd wordt? 18 Want hij wist, dat zij Hem uit nijd hadden overgeleverd. 19 Terwijl hij nu op de rechterstoel zat, zond zijn vrouw hem de boodschap: Bemoei u toch niet met die rechtvaardige, want ik heb heden in een droom veel om Hem geleden. 20 Maar de overpriesters en de oudsten overreedden de scharen, dat zij om Barabbas zouden vragen, maar Jezus zouden laten ter dood brengen. 21 De stadhouder antwoordde en zeide tot hen: Wie van die twee wilt gij, dat ik u loslaat? Zij zeiden: Barabbas. 22 Pilatus zeide tot hen: Wat moet ik dan doen met Jezus, die Christus genoemd wordt? Zij zeiden allen: Hij moet gekruisigd worden! 23 Hij zeide: Wat heeft Hij dan toch voor kwaad gedaan? Zij schreeuwden des te meer: Hij moet gekruisigd worden! 24 Toen Pilatus zag, dat niets baatte, maar dat er veeleer oproer ontstond, nam hij water, wies zich de handen ten aanschouwen van de schare en zeide: Ik ben onschuldig aan zijn bloed; gij moet zelf maar zien, wat ervan komt. 25 En al het volk antwoordde en zeide: Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen!</p> <p> </p> <p>26 Toen liet hij hun Barabbas los, maar Jezus geselde hij en hij gaf Hem over om gekruisigd te worden.</p> </div> </div> <div class="art-postcontent"> <div class="art-article"> <h2>Bijbelverhaal</h2> <h5>De veroordeling<br />(uit de Bijbel - nieuwe testament - Matteüs 27)</h5> <p><img src="images/stories/rabboeni_7-4-2012_046.jpg" border="0" alt="Jezus bij Pilatus" title="Jezus bij Pilatus" width="300" style="float: left; margin: 6px; border: 2px solid black;" />11 Jezus dan werd voor de stadhouder gesteld. En de stadhouder ondervroeg Hem en zeide: Zijt Gij de Koning der Joden? Jezus zeide: Gij zegt het. 12 En op de beschuldiging, die de overpriesters en oudsten tegen Hem inbrachten, antwoordde Hij niets. 13 Toen zeide Pilatus tot Hem: Hoort Gij niet, hoeveel zij tegen U getuigen? 14 En Hij antwoordde hem op geen enkele vraag, zodat de stadhouder zich zeer verwonderde. 15 Nu was de stadhouder bij elk feest gewoon een gevangene, ter keuze van de schare, los te laten. 16 Zij hadden toen een berucht gevangene, genaamd Barabbas. 17 Daar zij nu toch bijeen waren, zeide Pilatus tot hen: Wie wilt gij, dat ik u zal loslaten, Barabbas of Jezus, die Christus genoemd wordt? 18 Want hij wist, dat zij Hem uit nijd hadden overgeleverd. 19 Terwijl hij nu op de rechterstoel zat, zond zijn vrouw hem de boodschap: Bemoei u toch niet met die rechtvaardige, want ik heb heden in een droom veel om Hem geleden. 20 Maar de overpriesters en de oudsten overreedden de scharen, dat zij om Barabbas zouden vragen, maar Jezus zouden laten ter dood brengen. 21 De stadhouder antwoordde en zeide tot hen: Wie van die twee wilt gij, dat ik u loslaat? Zij zeiden: Barabbas. 22 Pilatus zeide tot hen: Wat moet ik dan doen met Jezus, die Christus genoemd wordt? Zij zeiden allen: Hij moet gekruisigd worden! 23 Hij zeide: Wat heeft Hij dan toch voor kwaad gedaan? Zij schreeuwden des te meer: Hij moet gekruisigd worden! 24 Toen Pilatus zag, dat niets baatte, maar dat er veeleer oproer ontstond, nam hij water, wies zich de handen ten aanschouwen van de schare en zeide: Ik ben onschuldig aan zijn bloed; gij moet zelf maar zien, wat ervan komt. 25 En al het volk antwoordde en zeide: Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen!</p> <p> </p> <p>26 Toen liet hij hun Barabbas los, maar Jezus geselde hij en hij gaf Hem over om gekruisigd te worden.</p> </div> </div> Scene - Het lege graf 2012-04-11T15:36:43+02:00 2012-04-11T15:36:43+02:00 https://rabboeni.bijbelverhalen.com/musical/bijbelverhalen/60-scene-het-lege-graf Klaas Bakker bakkerklaas1988@gmail.com <div class="art-postcontent"> <div class="art-article"> <h2>Bijbelverhaal</h2> <h5>De opstanding en de eerste verschijning <br />(uit de Bijbel - nieuwe testament - Johannes 20)</h5> <p><img src="images/stories/dsc_1109.jpg" border="0" alt="Maria van Magdala" width="300" style="float: left; margin: 6px; border: 2px solid black;" />11 En Maria stond buiten dicht bij het graf, wenende. Terwijl zij dan weende, boog zij zich voorover naar het graf, 12 en zij zag twee engelen zitten, in witte klederen, een aan het hoofdeinde en een aan het voeteneinde, waar het lichaam van Jezus gelegen had. 13 En zij zeiden tot haar: Vrouw, waarom weent gij? Zij zeide tot hen: Omdat zij mijn Here weggenomen hebben en ik weet niet, waar zij Hem neergelegd hebben. 14 Na deze woorden keerde zij zich om en zag Jezus staan, maar zij wist niet, dat het Jezus was. 15 Jezus zeide tot haar: Vrouw, waarom weent gij? Wie zoekt gij? Zij meende, dat het de hovenier was, en zeide tot Hem: Heer, als gij Hem weggedragen hebt, zeg mij dan, waar gij Hem hebt neergelegd en ik zal Hem wegnemen. 16 Jezus zeide tot haar: Maria! Zij keerde zich om en zeide tot Hem in het Hebreeuws: Rabboeni, dat wil zeggen: Meester! 17 Jezus zeide tot haar: Houd Mij niet vast, want Ik ben nog niet opgevaren naar de Vader; maar ga naar mijn broeders en zeg hun: Ik vaar op naar mijn Vader en uw Vader, naar mijn God en uw God. 18 Maria van Magdala ging heen en boodschapte de discipelen, dat zij de Here had gezien en dat Hij haar dit gezegd had.</p> </div> </div> <div class="art-postcontent"> <div class="art-article"> <h2>Bijbelverhaal</h2> <h5>De opstanding en de eerste verschijning <br />(uit de Bijbel - nieuwe testament - Johannes 20)</h5> <p><img src="images/stories/dsc_1109.jpg" border="0" alt="Maria van Magdala" width="300" style="float: left; margin: 6px; border: 2px solid black;" />11 En Maria stond buiten dicht bij het graf, wenende. Terwijl zij dan weende, boog zij zich voorover naar het graf, 12 en zij zag twee engelen zitten, in witte klederen, een aan het hoofdeinde en een aan het voeteneinde, waar het lichaam van Jezus gelegen had. 13 En zij zeiden tot haar: Vrouw, waarom weent gij? Zij zeide tot hen: Omdat zij mijn Here weggenomen hebben en ik weet niet, waar zij Hem neergelegd hebben. 14 Na deze woorden keerde zij zich om en zag Jezus staan, maar zij wist niet, dat het Jezus was. 15 Jezus zeide tot haar: Vrouw, waarom weent gij? Wie zoekt gij? Zij meende, dat het de hovenier was, en zeide tot Hem: Heer, als gij Hem weggedragen hebt, zeg mij dan, waar gij Hem hebt neergelegd en ik zal Hem wegnemen. 16 Jezus zeide tot haar: Maria! Zij keerde zich om en zeide tot Hem in het Hebreeuws: Rabboeni, dat wil zeggen: Meester! 17 Jezus zeide tot haar: Houd Mij niet vast, want Ik ben nog niet opgevaren naar de Vader; maar ga naar mijn broeders en zeg hun: Ik vaar op naar mijn Vader en uw Vader, naar mijn God en uw God. 18 Maria van Magdala ging heen en boodschapte de discipelen, dat zij de Here had gezien en dat Hij haar dit gezegd had.</p> </div> </div> Scene - Een genezing op sabbat 2012-04-11T15:07:32+02:00 2012-04-11T15:07:32+02:00 https://rabboeni.bijbelverhalen.com/musical/bijbelverhalen/59-scene-een-genezing-op-sabbat Klaas Bakker bakkerklaas1988@gmail.com <h2>Bijbelverhaal</h2> <h5>Een genezing op sabbat<br />(uit de Bijbel - nieuwe testament - Lucas 13)</h5> <p><img src="images/stories/genezingopdesabat.jpg" border="0" alt="Genezing op de Sabat" title="Genezing op de Sabat" width="300" style="float: left; margin: 6px; border: 2px solid black;" />10 Hij was bezig te leren in een der synagogen op sabbat. 11 En zie, er was een vrouw, die reeds achttien jaren een geest van zwakheid had en verkromd was en zich in het geheel niet kon oprichten. 12 Toen Jezus haar zag, sprak Hij haar toe en zeide tot haar: Vrouw, gij zijt verlost van uw zwakheid; 13 en Hij legde haar de handen op, en terstond richtte zij zich op en zij verheerlijkte God. 14 Maar de overste der synagoge, het kwalijk nemende, dat Jezus op de sabbat genas, antwoordde en zeide tot de schare: Zes dagen zijn er, waarop gewerkt moet worden, komt dàn om u te laten genezen en niet op de sabbatdag. 15 Maar de Here antwoordde hem en zeide: Huichelaars, maakt ieder van u niet op de sabbat zijn os of zijn ezel van de kribbe los en leidt hem weg om hem te laten drinken? 16 Moest deze vrouw, die een dochter van Abraham is, welke de satan, zie, achttien jaar gebonden had, niet losgemaakt worden van deze band op de sabbatdag? 17 En toen Hij dit zeide, schaamden zich al zijn tegenstanders, en de gehele schare verheugde zich over al de heerlijke dingen, die door Hem geschiedden.</p> <h2>Bijbelverhaal</h2> <h5>Een genezing op sabbat<br />(uit de Bijbel - nieuwe testament - Lucas 13)</h5> <p><img src="images/stories/genezingopdesabat.jpg" border="0" alt="Genezing op de Sabat" title="Genezing op de Sabat" width="300" style="float: left; margin: 6px; border: 2px solid black;" />10 Hij was bezig te leren in een der synagogen op sabbat. 11 En zie, er was een vrouw, die reeds achttien jaren een geest van zwakheid had en verkromd was en zich in het geheel niet kon oprichten. 12 Toen Jezus haar zag, sprak Hij haar toe en zeide tot haar: Vrouw, gij zijt verlost van uw zwakheid; 13 en Hij legde haar de handen op, en terstond richtte zij zich op en zij verheerlijkte God. 14 Maar de overste der synagoge, het kwalijk nemende, dat Jezus op de sabbat genas, antwoordde en zeide tot de schare: Zes dagen zijn er, waarop gewerkt moet worden, komt dàn om u te laten genezen en niet op de sabbatdag. 15 Maar de Here antwoordde hem en zeide: Huichelaars, maakt ieder van u niet op de sabbat zijn os of zijn ezel van de kribbe los en leidt hem weg om hem te laten drinken? 16 Moest deze vrouw, die een dochter van Abraham is, welke de satan, zie, achttien jaar gebonden had, niet losgemaakt worden van deze band op de sabbatdag? 17 En toen Hij dit zeide, schaamden zich al zijn tegenstanders, en de gehele schare verheugde zich over al de heerlijke dingen, die door Hem geschiedden.</p>